8 gesprekstips om met leerlingen te praten over AI
Blog door Remco Pijpers, strategisch adviseur digitale geletterdheid bij Kennisnet.
Het vijfde kerndoel voor digitale geletterdheid is duidelijk: besteed op de basisschool en de middelbare school aandacht aan Artificiële intelligentie (AI). Hoe kunnen leraren dat invullen? Mijn simpele suggestie: praat erover.
Concreet luidt kerndoel 5:
Voor de basisschool: De leerling verkent hoe AI-systemen werken (po)
Voor de middelbare school: De leerling verkent de mogelijkheden en beperkingen van AI (vo).
Het mooie: daar kun je werkelijk alle kanten mee op.
Ga niet meteen prompten met ChatGPT. Juist niet. Dat is pedagogisch onverantwoord. Niet voor niets is ChatGPT niet voor kinderen tot 13 jaar.
Je kunt er wel over praten. ‘Verkennen hoe AI-systemen werken’ en ‘de mogelijkheden en beperkingen van AI verkennen’ kun je praktisch vertalen naar: vertel er als leraar over, stel vragen, kijk hoe anderen dat uitleggen, en stel daar dan vragen over. Zet eerst het menselijk denken op ‘aan’, niet meteen het ‘denken’ van generatieve AI.
Hoe praat je met kinderen en jongeren over Artificiële Intelligentie? Hier wat tips.
Geef ze eerst informatie:
- AI is het vermogen van computers om taken uit te voeren waarvoor mensen hun intelligentie inzetten.
- Generatieve AI is een vorm van Artificiële intelligentie waarmee iemand automatisch teksten, afbeeldingen, audio en andere content kan genereren.
- Het Klokhuis legt AI heel goed uit.
De gesprekstips:
1. De voor- en nadelen
Kinderen en jongeren gebruiken AI, via allerlei toepassingen. Maar nog steeds is het nodig uit te leggen wat AI precies doet. Heb het over de voor- en nadelen. Die worden hier behandeld:
- De Nationale AI-cursus Junior.
- De Dikke Data Show.
2. Probeer het uit
Probeer samen toepassingen uit. Dan kun je er ook meteen ook samen over praten. Kritisch.
- De VRT tipt deze toepassingen (voor het vo, boven de 13 jaar).
- Dit lespakket over AI van Het Klokhuis is geschikt voor het po.
3. Duurzaamheid
Een zoekvraag of zoekopdracht die een groot taalmodel zoals GPT4 uitvoert, kost veel meer energie dan een zoekopdracht via een gewone zoekmachine.
4. Coded bias
De data waarmee de modellen zijn getraind, kunnen vooroordelen en verkeerde veronderstellingen bevatten, net zoals dat in het echte leven gebeurt.
- Voorbeelden van bias.
- De documentaire Coded Bias.
- Cathy O’Neill.
5. AI-rommel
Spieken is van alle tijden. Werk overschrijven ook. ChatGPT genereert teksten die kunnen worden ingeleverd, als huiswerk. Toch: AI-teksten bevatten maar al te vaak feitelijke onjuistheden, soms zelfs klinkklare onzin, gepresenteerd als serieuze informatie. Wijs kinderen en jongeren daarop.
6. De makers en hun belangen
Intelligente systemen zouden ons ‘inhalen’, ‘verslaan’ of ‘vervangen’. Voor een groot deel wakkeren ontwikkelaars van AI deze taal aan. Daar hebben ze (commercieel) belang bij. Siri Beerends legt dat keer op keer bloot.
7. Ethiek
AI maakt offers. Denk aan de mensen in Kenia die voor een hongerloon generatieve AI-systemen filteren - en er trauma’s aan overhouden. Vraag kinderen en jongeren: stel dat jij AI zou ontwikkelen, wat zou je wel doen, wat zou je niet doen? Wat is in jouw ogen het goede?
8. Niet alleen praten maar ook doen?
Wil je niet alleen in gesprek maar ook wat doen? Laat leerlingen kritisch nadenken over wijdverspreide misvattingen over AI en schrijven.
- Activiteit: Laat studenten een lijst van vaak voorkomende mythen over AI analyseren, zoals "AI schrijft net zo goed als mensen" of "AI is een betrouwbare bron van waarheid". Bespreek waarom deze mythen problematisch zijn en hoe ze onze perceptie van AI beïnvloeden.
- Opdracht: Leerlingen (bovenbouw vo) schrijven een kort essay waarin ze een specifieke mythe ontkrachten, en uitleggen welke impact deze mythe heeft op hun leren en toekomstig gebruik van AI.
Remco Pijpers, strategisch adviseur digitale geletterdheid bij Kennisnet