Digitale geletterdheid en de kracht van het domme

Gepubliceerd op 16 september 2024

Blog door Remco Pijpers, strategisch adviseur digitale geletterdheid bij Kennisnet.

Stel, je bent leraar en je vindt digitale technologie moeilijk, je voelt je niet competent. Nu komen de kerndoelen digitale geletterdheid eraan. Er wordt gezegd: ga ermee aan de slag. Probeer maar. Wees niet bang. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Op een dag doet zich in de klas een moeilijke situatie voor en je moet wel aan de bak. Wat nu?

Een leerkracht op de basisschool waar mijn kinderen tot vijf jaar geleden op zaten, belandde in zo’n situatie. In haar groep 6 was het hommeles: ruzie in de app-groep. Ze voelde zich onzeker. Ze dacht: ik ken een vader met kinderen op onze school. Hij weet hier vast wel raad mee.

‘Ik voel me zo machteloos’, vertelde ze me. ‘Kun je een gastles over veilig internet geven?’

Wat er precies was gebeurd, kon ze niet zeggen. Een jongen had een meisje online beledigd, waarna de meiden voor haar in de bres waren gesprongen. Het voelde voor de juf als een groot drama, maar misschien viel het wel mee? Hoe dan ook, ze moest wat doen.

‘Waar hangen jullie online uit?’ vroeg ik de groep, toen ik op een dinsdagochtend voor de klas stond.
Na wat aarzeling kwamen de leerlingen los. Twee meiden wilden op het digibord hun digitale hangplek laten zien.
Op het scherm zagen we een digitale omgeving met avatars: een virtuele modellenwereld, met kamers waarin kinderen konden chatten en spelletjes spelen. De mogelijkheden voor contact en plezier waren eindeloos.
‘Wie zijn jullie?’ vroeg ik.
Twee vrolijk uitgedoste digitale jongedames op het digibord zwaaiden naar de klas.
In de ogen van een aantal leerlingen zag ik herkenning. Kennelijk speelden er meer met digitale poppen.
We kregen een digitale rondleiding en de juf, achter in het lokaal, zette grote ogen op.
Er broeide iets in de groep, ik voelde het. Het was een aangename lichtheid. Er werd gesproken over iets dat de leerlingen leuk vonden, maar ze werden ook serieus genomen, zo was mijn indruk.
Opwinding maakte zich van de klas meester toen ik vroeg of je in deze wereld ook verkering kon hebben.
‘Jazeker. Je kunt er zelfs trouwen!’, reageerden de twee enthousiast.
‘Trouwen?’
Ja! Maar dat duurt vaak niet langer dan twee weken, hoor.’
De klas barstte in lachen uit en de juf lachte hartelijk mee. Ze was ontspannen, opgetogen zelfs, alsof er een zware last van haar was afgevallen.

Ik trok een tevreden grijns. Ik vond het verfrissend te merken hoe bepalend humor was in het digitale leven van kinderen. Natuurlijk sprak ik met de leerlingen ook over digitale omgangsvormen. Wat betekent respect als je met elkaar aan het chatten bent? Hoe voorkom je dat je elkaar kwetst? Hoe maak je het weer goed als het toch gebeurt? Maar na alle meligheid over amoureuze digitale verwikkelingen ging dat buitengewoon soepel.

Na afloop zei de juf dat ze ervan had staan te kijken.
‘Je hebt ze laten praten. Wat kwam er een hoop los. Wat is je geheim?’
Tja, reageerde ik. Ik deelde met de juf het mooiste compliment dat ik ooit heb gekregen, van een oud-collega: ‘Als jij met kinderen praat, herhaal je regelmatig van wat ze zeggen en je zet er een vraagteken achter. Je komt nogal dom over. Dat werkt.’

Mijn advies aan leraren die zich een beetje dom voelen als het gaat om digitale geletterdheid? Maak er gebruik van. Onwetendheid kan digitale deuren openen.

Verder lezen: praten met leerlingen over de digitale wereld, gesprekstips.