Reviewstudie Digitale Geletterdheid in het voortgezet onderwijs


Doelstelling

Dit is een reviewstudie ter voorbereiding op Peil.Digitale geletterdheid voortgezet onderwijs van 2026 in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs. De studie biedt een overzicht van factoren die de ontwikkeling van digitale geletterdheid bij leerlingen bevorderen of belemmeren. Hoewel het onderzoek is uitgevoerd in het voortgezet onderwijs, zijn de uitkomsten ook relevant voor het primair onderwijs, gespecialiseerd onderwijs en mbo.

Omdat digitale geletterdheid geen onderdeel is van de huidige kerndoelen, zijn er tussen scholen grote verschillen ontstaan in de mate waarin digitale geletterdheid in het curriculum is opgenomen. De onderzoekers brachten kenmerken in kaart op vier niveaus: het onderwijsaanbod, kenmerken van leerlingen, kenmerken van docenten en kenmerken van de schoolcontext.

Onderzoeksopzet

​​​​Dit onderzoek is een systematische literatuurstudie. De onderzoekers analyseerden vijftig nationale en internationale studies waarin digitale geletterdheid is onderzocht als vaardigheid (niet als houding of zelfvertrouwen). De studie biedt zicht op welke aanpakken effectief zijn, welke leerlingen risico lopen op achterstanden en wat scholen en leraren kunnen doen om digitale geletterdheid doelgericht te versterken.

Door wie?

Hogeschool Windesheim en Universiteit Twente.

Voor wie

Hoewel het onderzoek is uitgevoerd in het voortgezet onderwijs, zijn de uitkomsten ook relevant en interessant voor professionals in het primair onderwijs, gespecialiseerd onderwijs en mbo.

Opvallende conclusies

  • Effectief onderwijsaanbod bestaat uit doelgerichte lessenseries (dus geen losse of incidentele lessen) waarin wordt toegewerkt naar een volledige schooltaak, zoals zelfstandig informatie zoeken op internet. Leraren gebruiken hierbij een combinatie van didactieken, waaronder klassengesprekken, uitleg en oefening van deeltaken, modelleren van strategieën, formatieve feedback en samenwerking in kleine groepjes.
  • Leerlingen met een hogere sociale, economische en culturele status (SECS) scoren gemiddeld beter op digitale informatievaardigheden. Ook de thuistaal speelt een rol: wie thuis dezelfde taal spreekt als op school, heeft doorgaans betere informatievaardigheden.
  • Een veilig leerklimaat, een positieve pedagogische relatie met de leraar en diens didactische adaptiviteit voorspellen betere digitale geletterdheid. Wanneer lessen worden gegeven door externen die geen bevoegde leraren zijn, staat dit onder druk.
  • Een gemeenschappelijke cultuur tussen leraren op school is belangrijk. Als leraren samen optrekken, een gedeelde visie hebben en ict als waardevol zien, komt dat de digitale geletterdheid van leerlingen ten goede. Formeel beleid op zichzelf is minder bepalend dan gedeelde overtuigingen in het team.

Aanbevelingen

  • Maak bij het lesgeven in digitale geletterdheid gebruik van een combinatie van didactieken: klassengesprekken, uitleg en oefening van deeltaken, actieve begeleiding, formatieve feedback, het stellen van kritische vragen en afwisseling van samenwerking en zelfstandig werken.
  • Koppel het onderwijs in digitale geletterdheid aan authentieke taken, zoals opdrachten voor andere vakken, en werk toe naar hele leertaken.
  • Integreer digitale geletterdheid in het curriculum van andere vakken, zoals geschiedenis of burgerschap.
  • Stimuleer een leescultuur op school, met aandacht voor leesplezier en het lezen van hele boeken, omdat dit positief samenhangt met digitale informatievaardigheden.
  • Investeer in professionalisering: de didactieken voor digitale geletterdheid zijn complex en vragen om scholing van leraren.

Wetenschapscollege

Dit onderzoek is een belangrijke bron bij het wetenschapscollege 1 over taal en lezen als fundament voor digitale geletterdheid. In onze serie wetenschapscolleges combineren we inspiratie uit de praktijk met wetenschap om inzicht en handvatten te bieden over digitale geletterdheid. Meer weten? Bekijk het wetenschapscollege 1.

Ga naar Reviewstudie Digitale Geletterdheid in het voortgezet onderwijs


Bron:
Hogeschool Windesheim en Universiteit Twente
OnderzoekWebsitepovogombo
Leerlingen werken in een groepje